Wie zijn wij?
Geschiedenis van 1946 t/m 1957
In dit deel wordt de periode 1946 – 1957 beschreven. Een speciale dank gaat hierbij uit naar de heer H. Kolkman uit IJsselsteijn die in deze periode verkenner, seniorverkenner, voortrekker, vaandrig en vervolgens hopman was. In een bijzonder prettig interview heeft de heer Kolkman ons veel informatie gegeven over de beginperiode van de St. Werenfridusgroep uit Elst. De heer Kolkman heeft zelfs zijn persoonlijk archief aan onze scoutinggroep geschonken, waarvoor wij hem erg dankbaar zijn.
In de oorlog zijn een aantal jongens, waaronder Jos Jeukens, Theo Huygens, een zoon van gemeentearchitect Span en nog enkelen jongens begonnen met het draaien van een verkennergroep. De bijeenkomsten vonden plaats in de bovenzaal van het rooms-katholieke verenigingsgebouw “Het Centrum”, het pand waar nu apotheek De Batouwe in de Dorpsstraat is gevestigd.
De leiding was in handen van gidsenleidster Hannie Huygens en werd later aangevuld met Wout Franken. De groep werd later opgeheven omdat er over gepraat werd; het werd te gevaarlijk want het mocht niet van de Duitsers.
Vlak na de oorlog kwam er op initiatief van pater Keijzer al snel een groep tot stand die samen kwamen in het eerste hoofdkwartier: het huis van de familie Baltussen dat aan de Rijksweg stond. Dit huis had oorlogsschade opgelopen, maar nadat het dak werd dichtgemaakt, konden de verkenners daar hun groep draaien. Later is dit pand gesloopt.
De officiële oprichtingsdatum van de St. Werenfridusgroep werd 22 februari 1946. Dat is tevens de verjaardag van Lord Robbert Baden-Powell, de man die begin vorige eeuw in Engeland begon met scouting.
De eerste verkenners die in Elst op 23 april 1946 (Sint Jorisdag) geïnstalleerd werden, waren Jos Jeukens, Herman Kolkman, Ben Cornelissen en Jan Livius. Op Sint Jorisdag waren de verkenners verplicht om de hele dag het uniform te dragen (ook op school). ’s Avonds werd Sint Jorisdag met het kampvuur afgesloten.
Leiders uit de eerste jaren van de St. Werenfridusgroep waren onder andere Oubaas (leider van de voortrekkers, nu Explorers) Doeleman, Hopman Bollen (eerste Hopman van onze groep), Vaandrigs Ben Kolkman, Kris Hendriks en Frans Bos (later Hopman van groep II), Wim Theunissen, Jo Bosch en Aalmoezenier Keijzer.
Als tweede hoofdkwartier werd gebruik gemaakt van de villa aan de Rijksweg Noord waar later de Apotheek in kwam. De welpen, de voortrekkers (nu explorers), de verkennergroepen I en II, maar ook de gidsen, die in deze periode nog niet tot de St. Werenfridusgroep behoorde, hadden er een plaats.
Daar werd een grote fancyfair met een rad van avontuur gehouden.Op deze fancyfair werden ook pannenkoeken op houtvuur gebakken. De laatste vijf pannenkoeken werden bij opbod verkocht. Deze fancyfair heeft destijds veel geld opgebracht.
Een andere succesvolle actie was de flessenactie van de verkenners; duizenden flessen werden opgehaald. Het statiegeld werd geïnd en de flessen zonder statiegeld werden alsnog verkocht. Deze actie werd speciaal gehouden om twee verkenners uit Elst van groep I en groep II naar de Wereldjamboree van 1947 in Parijs te laten gaan. Ben Cornelissen en Rudie van Zanten waren de gelukkigen.
In deze periode is er ook al deelgenomen aan de Landelijke Radio actie (nu JOTA).
Na het pand aan de Rijksweg-Noord is de St. Werenfridusgroep gaan zwerven door Elst. De verkenners kwamen in een garage van de wederopbouwinstantie aan de Aamsestraat bijeen. In de jaren negentig is op dit terrein het appartementencomplex “De Amerstaete” aan de Grote Laak gebouwd.
De welpen kwamen in een huisje van de familie van der Linden aan de Aamsestraat bijeen (Ria van der Linden was toen Akela). De seniorverkenners kwamen in de voorkamer van de pastorie bijeen. Het is niet bekend waar de gidsen bijeen kwamen. Er is in die tijd ook nog even gebruik gemaakt van de barakken van het toenmalige Ambonezenkamp waar nu de gemeentewerf aan de Helster staat.
Samen met Oubaas Doeleman en Oubaas Bollen is in 1950 aan de Grote Molenstraat (hoek Willem de Zwijgerstraat/Grote Molenstraat), achter bij toenmalig aannemer Jansen, een “Stamhut” voor de voortrekkers (explorers) gebouwd. Deze stamhut werd op 29 oktober 1950 feestelijk geopend.
Het eerste kamp van de PL’s en APL’s was in april 1946 in de bossen van Renkum; vlak bij een beek waarover een brug werd gepionierd. Alleen de PL’s en de APL’s gingen mee, omdat de leiding het destijds nog niet aandurfde om met de hele groep op kamp te gaan. Daarnaast had de groep ook onvoldoende materiaal. De tenten werden bijvoorbeeld geleend.
Destijds werd er gekookt op houtvuur. Het schuren van de pannen na afloop was het ergste, want na iedere maaltijd moest alles schoon zijn. ’s Morgens werd er havermoutpap gegeten tot groots verdriet van de gebroeders Hermsen.
De St. Werenfridusgroep werd voor de kampen “gesponsord” door de vruchtenconservenfabriek “T.E.O.” (Taminiau Elst Overbetuwe), waar nu de Heinz zit. Voor het zomerkamp werd de heer Taminiau (de directeur van de fabriek) gebeld met de vraag of er nog beschadigde blikken waren.
De leiding kon zich vervolgens melden bij Jo Bos die toen in het magazijn van de fabriek werkte melden. Ze kregen dan onder andere vruchtensappen en groente mee. Ook kregen ze wijn mee voor de leiding. Toen er een keer geen beschadigde blikken waren liet Jo Bos een doos met blikken van het schap vallen zodat er alsnog beschadigde blikken voor de scouting beschikbaar waren.
Het vervoer naar de kampen werd door de gemeente verzorgd. De vader van Jos Jeukens was namelijk de directeur van gemeentewerken. Al het materiaal werd met de gemeentewagen naar het kamp gebracht, totdat de plaatselijke transportbedrijven hier bezwaar tegen gingen maken omdat er sprake was van “broodroof”. Inventief, zoals de gemeente toen was, kwam er gewoon een gemeentewagen naar de scouting toe. Één van de plaatselijke transportbedrijven mocht vervolgens een rekening voor het vervoer naar de gemeente sturen. Deze rekening werd door de gemeente betaald.
Elk jaar gingen de verkenners naar de districtswedstrijden van het district Over-Betuwe (tegenwoordig de regionale scoutingwedstrijden van de regio ZON). De koekoekspatrouille uit Elst was de eerste jaren een vaste winnaar.
Één keer zijn de verkenners naar de landelijke patrouillewedstrijden (tegenwoordig de Landelijke Scouting Wedstrijden) geweest in Ommen, het toenmalige buitenverblijf van de Nederlandse Verkenners. De koekoeken werden tot hun grote verbazing 4e met 241 punten. De nummers 2 en 3 hadden 242 punten, een zeeverkennerpatrouille uit Den Haag werd 1e met 245 punten.
Tijdens het daarop volgende zomerkamp van de gehele groep kregen de koekoeken een patrouillehond als cadeau. Hij werd “Four” (in verband met de vierde plaats) genoemd; later afgekort tot Forry.
Beroemde zomerkampen in de beginperiode van de St. Werenfridusgroep waren:
- het zomerkamp van de verkenners in Sonn (Noord Brabant) omdat het er erg warm was;
- het zomerkamp van de verkenners in Groeningen (Noord Limburg) vanwege de onvergetelijke “nachttocht” (midden in de nacht werden de verkenners uit bed getrommeld, in een geblindeerde veewagen ver weg gebracht en moesten vervolgens met kaart en kompas weer naar huis komen);
- de zomerkampen van de verkenners in Vaasen (met Forry), Terborg en Gennep.
- de trektochten van de voortrekkers door Nederland (1950), België (1951) en Duitsland (1952 en 1953), waaronder naar Monschouw en Nidegen;